24/07: Springdale > Las Vegas
Vroeg opgestaan en op pad. In de auto ontbeten met zelf gesmeerde boterhammetjes.
Mede door het tijdsverschil tussen Utah en Nevada waren we hierdoor nog voor negenen in het Valley of Fire SP.
Met een envelopje in een betaalpaal de toegang betaald en daarna de weg door het park afgereden, met aan deze weg diverse bezienswaardigheden.
Als eerste kwamen we Elephant Rock tegen, een rotsformatie die een opvallende gelijkenis vertoont met een olifant. Via een korte trail liepen we tot onder de slurf.
De volgende bezienswaardigheid waren de Seven Sisters, zeven gelijkvormige rotsformaties die vlak bij elkaar staan (en lastig met z’n allen bij elkaar op de foto te krijgen zijn).
Het visitor center was het volgende waar we gestopt zijn. Hier hebben we wat informatie over het park bekeken.
Hierna zijn we door de Petroglyph Canyon naar Mouse’s Tank gelopen. Tijdens deze trail loop je door een smalle, bochtige canyon die 400 meter lang is. Op verschillende plekken tref je petrogliefen op de wanden aan. Het pad eindigt bij Mouse’s Tank, een schaduwrijke plek waar veel gaten in de rotswanden zitten. In die gaten verzamelt zich regenwater; het duurt soms vele maanden voordat dit water opdroogt.
In het visitor center was al aangegeven uit te kijken voor Killer Bees, redelijk agressieve geafrikaniseerde honingbijen, in het park. Bij Mouse’s Tank vonden we ze. Ilse gooide van schrik haar flesje water van zich af…
Daarna op weg over de White Domes Road richting de White Domes.
In de Valley of Fire liggen diverse stukken van versteende bomen. De bomen zijn meer dan 200 miljoen jaar geleden in de vallei terecht gekomen.
De eennalaatste stop die we hebben gemaakt, was bij Atlatl Rock. Hier zijn weer diverse petrogliefen te zien. Enkele hiervan staan vrij hoog op de rotswand en er is een hoge trap geplaatst zodat je ernaartoe kunt klimmen. Eén van de rotstekeningen stelt een atlatl voor – een primitief wapen dat wordt beschouwd als de voorloper van de pijl en boog.
Als laatste namen we nog een kijkje bij de beehives; roodgekleurde zandsteenformaties waarvan de vorm veel op een bijenkorf lijkt.
Vervolgens reden we door naar Las Vegas. Wat een verschil zeg! Twee weken lang allemaal rustige kleine dorpjes en mooie natuurparken en dan in zo’n grote chaos terechtkomen…
Naar ons hotel, Treasure Island, toegereden en de auto daar geparkeerd. Dan in de rij gaan staan en ca een uur moeten wachten om in te kunnen checken, terwijl de rij achter je telkens maar langer wordt. Bizar.
Maar uiteindelijk dan toch de sleutels van onze kamer op de 28e verdieping met Deluxe Strip View gekregen en de lift naar boven genomen.
Daarna Las Vegas gaan ontdekken…
Eten
En dan lekker naar bed toe